Eerst was er een God Noen en zijn zoon Ra. Er was alleen water en alles was donker. Er was ook de onderwereld waar de slang Apep leefde.
Thor & Emiel

Op een dag duikt hij uit het water op en wil hij de zon zijn. Hij heeft het lichaam van een mens en de kop van een havik. Vanaf dan is hij de zon die straalt.
Heleen & Rebecca

Na een tijdje bedacht Ra een nieuwe God. Hij noemde hem Geb die de aarde werd. Hij lag met zijn knieën en ellebogen omhoog. Dat waren de bergen.
Jos & Helena

Daarna maakte Ra een godin die hij Noet noemde. Noet werd de hemel. Ze spande haar lichaam over de aarde. Ra vond Noet zo mooi dat hij sterren over haar strooide.
Ophilia & Isèle

Ra begon te huilen. Uit zijn tranen kwamen alle levende wezens, zoals de mensen, dieren, … Hij weende tot alles gemaakt was. Iedereen leefde in vrede, er was geen ruzie en er werd nooit gevochten.
Cécile & Calu

Na een tijdje was er wel veel ruzie en werd er gevochten. De mensen vergaten Ra zelfs.
Ra vond dat niet meer leuk.
Sienna & Joppe

Ra dacht, ik wil hier niet langer blijven. Hij ging omhoog tot aan de hemel . Toen hij aan de rand van de onderwereld was, was het donker op aarde.
Melih & Adwik

Hij wilde de mensen niet bang maken en maakte de maan om de mensen gerust te stellen.
Sinds toen vaart Ra elke dag langs de aarde maar ’s avonds gaat hij naar de onderwereld waar Apep op hem wacht. Ze houden elke avond een gevecht maar Ra wint altijd en zo kan hij elke ochtend terug komen als de zon.
Sam & Matti
