Het hoofd van Ganesh

1tobe
Er woonden eens 2 goden in een kasteel. (Tobe)
2kaatbruna
De vrouw heette Parvati. Ze had een geheim.
(Kaat , Bruna)
   3
Haar man was Shiva en hij wou graag heel lang op reis. (Feebe)
4Parvati zwaaide haar man uit. Ze vertelt haar geheim niet omdat ze wou dat haar man op reis zou kunnen gaan. (Flora, Fabio)
5Iets later kreeg Parvati een baby. Dat was haar geheim. Ze noemt de baby Ganesh. (Sarah)
  6
Ganesh werd al gauw een kind. (Alexander)
 7
En hij groeit tot een volwassen man. (Lancelot)
 8
Jaren later komt Shiva terug van zijn reis. Hij wil thuis terug binnen gaan maar Ganesh houdt hem tegen omdat hij Shiva niet kent. Shiva is kwaad en hakt het hoofd van Ganesh af. (Colette)
 9
De mama is heel verdrietig. Ze huilt en zegt: dat was je eigen zoon! Je hebt het hoofd van onze zoon afgehakt!
(Nicoletta)
 10
Shiva heeft een plan. Hij gaat naar het bos en zou de kop er af hakken van het eerste dier dat hij tegen kwam. (Leo)
 11
Het eerste dier dat hij ziet , is een olifant. Hij hakt zijn kop er af met zijn drietand. (Theo)
 12
Hij zet de olifantenkop op het lijf van zijn zoon.
Zo kreeg Ganesh een olifantenkop.
(Jordan , Stan)

God

ganeshBij de koffer met dingen uit Nepal vonden we ook kleurrijke prenten van rare figuren: mensen met een olifantenkop en teveel armen.
Een god zo blijkt. Maar wat of wie is God? Het begin van een interessant gesprek…Eentje waarbij jullie input zeker welkom zal zijn! 🙂
Een bloemlezing (zonder de sprekende tekeningen:-)…

– God kan alles. Hij heeft zichzelf dood gemaakt omdat ie niet genoeg geld had. God is in de hemel tussen de sterren.
– God woont in de ruimte. Hij heeft de mensen gemaakt en de maan en de zon. Jezus was er ook bij maar die is allang dood.
– God is een geest. Hoe hij eruit ziet is moeilijk te zeggen. Hij heeft het water gemaakt, de dieren, de natuur,… Hij is helemaal in de wolken. Vroeger was hij geen geest.
– Over God weet ik niks. Jozef en Marie waren er wel. Zij zijn de mama en de papa van Jezus. Die heeft bestaan en is dood gegaan op een kruis. Jezus hoort bij God.
– God is een geest omdat iemand hem al heeft doodgeschoten. God zweeft altijd rond. Hij is er om de mensen te laten lachen. Jezus is in een stal geboren.
– God heeft de wereld gemaakt. Hij is met Jezus tussen de sterren.
– God ziet eruit als een mens. Hij maakte de wereld en België. Hij bestond in het jaar 1. Jezus hielp hem maar ik denk dat ie dood is want de mensen zien hem niet meer.
– Zonder God was er niets. Hij maakte het heelal en de wereld. Bij God is ook zijn kleine broertje: Goed. (schitterend :-), nvdr)
– Ik denk dat God een geest is. Zou die sterk zijn en vlees eten? Heeft hij maar 1 arm? Is hij 5000 jaar oud?
– Sommige mensen wilden God doden. Hij staat op een kruis. God is opgestaan van de dood: hij is niet meer dood. Hij is in de hemel.
– Vroeger waren er Jezus, Maria en Jozef. Dat is het.
– God heeft blonde haren en er was een meisje die iets wou vragen: ‘Wat doe je toch allemaal’? ‘Ik doe alles om de mensen beter en liever te maken’, zei God. En ze waren verliefd.
– Ik denk dat God de wereld heeft gemaakt. Hij zorgt voor de mensen. God en Jezus zijn in de hemel.
– God heeft van Allah de taak gekregen de mensen boeken te geven. Er is ook een ‘bij-god’: Jezus. God is in de hemel en hij is er niet alleen. De mensen gaan meestal ook naar de hemel maar niet allemaal. Soms ga je in het vuur van Allah. Moslims gaan bijna altijd naar de hemel. Ze hebben regels. Als je die expres niet volgt , ga je ook naar het vuur. Het vuur is beneden, in het midden van de wereldbol.

Soep-atelier

Er rolden heel wat tranen bij het snijden van de tientallen uien maar het resultaat was er naar! Bijna 150 kopjes overheerlijke soep werden door klein en groot gesmaakt!