cfr bijlage
Maandelijks archief: februari 2011
Seeb ka Bag
Aanstaande woensdag om 11.30 u in de grote hal: bekendmaking eindbedrag Pakistan-benefiet met klank en beeld van kinderen uit het project in Pakistan!
Breien voor Pakistan op Karrewiet
Foto’s vind jehier.
Kamishibaiverhaal: Sarah en de wenswereld.
Op een nacht hoorde Sarah vanuit haar bed een geluid. Het was een vreemd geluid en het leek van buiten te komen. Sarah stond recht naast haar bed en haastte zich naar het raam. Ze zag niets maar hoorde een stem aipoepoei zeggen.
Zachtjes schoof Sarah de trappen af, ze liet de voordeur op een kier en stapte op blote voeten de tuin in. Stap voor stap ging ze steeds dichter in de richting vanwaar het geluid kwam. Gelukkig gaf de maan genoeg licht en het duurde dan ook niet lang voor Sarah ontdekte vanwaar het geluid kwam. Achteraan in de tuin zag ze een rare vogel, vastgeklemd in de appelboom.
Zonder te twijfelen bond Sarah haar teddybeer op haar rug en klom ze voorzichtig tot bij de vogel. Met één van zijn nagels zat de rare vogel geklemd tussen twee takjes. Het kostte Sarah niet veel moeite om hem te bevrijden en voorzichtig klom ze terug naar beneden.
Aipoepoe, kraaide de vogel, omdat je mij bevrijd hebt, mag je een wens doen, aopoepoe.
Dank je wel, zei Sarah. Jeetje, dat je een wens mag doen, dat gebeurt alleen in verhaaltjes en nu kon het echt!
Sarah hoefde niet zo lang na te denken en ze vertelde de vogel zonder te aarzelen haar grootste hartewens:
˜Ik wens dat de wereld verandert, zei de vogel, jouw wens zal vervuld worden. Daarna vloog de vogel naar de hemel.
Sarah was nu natuurlijk benieuwd of haar wens ook echt zou uitkomen en ze wandelde verder de wereld in. Al snel kwam ze een grot tegen die ze nog nooit eerder had gezien.
Er was dus toch al iets veranderd aan de wereld.
Sarah was wel wat bang maar ze besloot toch de grot binnen te gaan.
Ze voelde haar hart kloppen in haar keel. In de grot was het pikdonker, hier en daar zag Sarah dingen bewegen. Griezelige schaduwen bewogen tegen de rotswanden. Het was eng in de grot, te eng.
Sarah besloot om terug naar buiten te gaan maar net op het moment dat ze zich omdraaide, stond ze vlak voor twee grote, bloedrode, angstaanjagende ogen. Sarah rilde van kop tot teen.
Bij zo’n ogen hoort natuurlijk een even afschuwelijk monster, dacht Sarah en gelijk had ze. Voor haar stond een draak met klauwen als zwaarden, ogen als vuur en een muil met tanden als messen. Nog voor Sarah begreep wat er gebeurde, plukte de draak met één klauw Sarah van de grond en stak hij haar in een kooi. Haar teddybeer werd in een klein kooitje gevangen gezet. Even later viel de draak snurkend in slaap en ook Sarah, doodmoe van angst viel in haar kooi in een diepe, onrustige slaap.
Wanneer Sarah de volgende dag wakker werd, zag ze dat de grot leeg was. De draak was verdwenen, wat een opluchting! Maar waar zou de draak dan nu wel zijn? Daar moest ze niet lang over nadenken. Ze hoorde een beest de grot inkomen. De grond daverde. Het geluid deed haar hoofd bijna barsten. Sarah sloot haar ogen. Nu zou de draak binnenkomen en haar in één hap verslinden. Sarah voelde het beest dichter en dichter komen tot ze de hete adem van het beest in haar gezicht voelde. Sarah wou even kijken door welk verschrikkelijk beest ze opgevreten zou worden en ze deed haar ogen waarschijnlijk voor de laatste keer in dit leven open.
Voor haar stond niet de afgrijselijke draak maar een mammoet. Een lieve, tamme mammoet. Sarah was opgelucht!
De mammoet bevrijdde Sarah en samen vertrokken ze naar buiten.
Aan de ingang van de grot kwamen de draak en de mammoet oog in oog met elkaar te staan en er volgde een gruwelijk gevecht op leven en dood. De mammoet overleefde het gevecht niet maar ondertussen was Sarah al lang weg, op een veilige plaats, ver van die dodelijke draak.
Onderweg kwam Sarah veel rare planten die ze nog nooit gezien had. Sarah was nu zeker dat haar wens echt wel uitgekomen was.
De wens had haar jammer genoeg nog niet zoveel geluk gebracht. Net toen ze dat dacht, voelde Sarah de grond trillen. Ze zag de blaadjes van de bomen bibberen alsof er een wind door blies.
Het trillen werd zo hard dat Sarah bang werd. Ze wist niet waarheen ze kon lopen want de trillende grond was overal en toen zag ze net voor haar een berg uit de grond rijzen, geen gewone berg, dit moest een vulkaan zijn. Sarah kende de dodelijke kracht van vulkanen maar dat deze zo snel konden ontstaan, daar had ze nog nooit van gehoord.
De berg schoot als een paddenstoel uit de grond en bij het trillen van de grond kwam nu een bulderend lawaai uit de buik van de berg. De vulkaan barstte uit. Sarah stond als aan de grond genageld van de schrik.
Uit de vulkaan schoot blauwe lava de lucht in. Hij stroomde over bloemen en planten die direct verwelkten. De blauwe lava stroomde ook tot onder Sarahs voeten. Sarah voelde dat de lava koud was.
Tot Sarahs grote verbazing kwamen er uit de verwelkte bloemen en planten plots dieren, vreemde dieren in alle kleuren van de regenboog, met rare vleugels en soms grappige poten. Een van die dieren leek op een vliegende vis met rode stippen. Hij vloog rond Sarah en maakte gekke tuimelingen. Sarah vond het best wel een grappig beest.Ik ben Stippie, zei de vliegende vis. Sarah, wil je dat dit stopt, wil je dat deze andere wereld die je wenste stopt of wil je dat de wereld blijft veranderen?
Sarah dacht diep na. Stippie wachtte op haar antwoord.
Ik wil dat het stopt, nu!, riep Sarah zo luid ze kon.
Toen Sarah het woord nu uitsprak, stond ze plots terug in haar eigen kamer, op de warme mat naast haar bed, haar teddybeer in haar hand. Sarah begreep er niks van. Was dit nu echt of was het een droom?
Kamishibaiverhaal: Rare vogels in Spanje!
Op een goede dag vlogen enkele mensen van Belgë naar Spanje.
Een van de passagiers, Pim werd na enkele uren vliegen ongeduldig en hij vroeg de piloot of het nog ver vliegen was. Een uurtje nog!, zei de piloot.
Dat vind ik wel lang, zei Pim, want ik heb net uit het raampje gekeken en net toen ik mijn hoofd buiten stak, is mijn losse tand naar beneden gevallen.
Pim en de piloot keken naar beneden en zagen nog net de tand op het hoofd vallen van een boer die naast een raar vogelhuisje stond.
Even later landde het vliegtuig. Pim en de piloot besloten om samen de losse tand te gaan zoeken. Drie uur lang stapten ze.
Onderweg landde er plots een ander vliegtuig, zo vlak voor hun neus. Het vliegtuig botste met een immense klap tegen een bord waar Espanje op stond. Iedereen was gekwetst. Veel mensen kwamen toegelopen om de gewonden te helpen. Zijn jullie gewond?, vroeg men aan de piloot. Ach, het gaat wel over, zei hij en even snel als iedereen gekomen was om te helpen, verdween ook iedereen weer.
Ook Pim en de piloot stapten verder. Ze kwamen een man tegen met een rare hoed. Alle drie hoorden ze een raar geluid in de lucht. Ze keken op en zagen een aangeklede vogel vliegen.
Amai, zei de man, rare vogels hier in Spanje!
Kamishibaiverhaal: de zandwereld.
Op de zandwereld, een wereld die tussen de zon en onze aarde zweeft, woonde het zandmannetje Vita. De dag dat Vita 10 jaar werd, zou heel de familie samen een uitstapje maken naar het bos.
Vita woonde samen met zijn ouders in een zandhuis. Dat vond Vita best wel leuk.Zoals wij een zandkasteel kunnen bouwen, kon Vita elke dag die dingen veranderen in zijn huis die hij liever anders zag. Als hij dingen wenste maar geen geld had om ze te kopen, dan boetseerde hij ze met zand. Zo had Vita zelf ook eens een zandboomhut gemaakt met een glijbaan tot in de kelder.
Die dag, zijn tiende verjaardag, was het gelukkig stralend weer. Ze stapten in de robotauto en reden naar het zandbos. In het bos leefden geen dieren. Hier en daar lagen er grote vijvers verstopt in het bos. Vita mocht nooit in de buurt komen van de vijvers want rond de vijvers was er gevaarlijk drijfzand.
Mama had al zeker honderd keer het verhaal verteld dat er lang geleden aan de vijvers van het zandbos een hele klas kinderen weggezogen zou zijn in het drijfzand. Iedereen in de zandwereld kende dat verhaal. Sommige mensen dachten dat die kinderen nu in de hel woonden. Anderen dachten dat ze gewoon gestorven waren. Niemand had ooit de kinderen teruggevonden, dat was het enige dat wel zeker was.
Na zulke verhalen durfde niemand ook maar één voet te zetten in de buurt van de vijvers.
Samen wandelden ze door het bos tot Vita plots riep: ‘Kijk daar, een grot!’
Vita was heel nieuwsgierig wat hij daarbinnen tegen zou komen. Met zijn drieën stapten ze de grot binnen. Mama was natuurlijk bang om in een onbekende grot binnen te gaan maar ze was nog veel banger om buiten alleen te blijven wachten.
Binnen in de grot was het donker en koud. Vita hoorde plots een raar geluid wat even later het klapperen van mama’s tanden bleek te zijn.
Even verderop kwamen ze terecht in een grotere ruimte. Daar vertrokken drie gangen. Papa en Vita wisten niet welke te kiezen en mama, die wou liever teruggaan.
Vita zei: ‘We zijn nu al zo ver, kom, we nemen de middelste weg en we zien wel waar we uitkomen!’ Heel ver in de gang zag Vita een lichtschijnsel. Het leek heel geheimzinnig, een beetje vreemd en ook wel angstaanjagend.
Ze besloten om toch zeker tot aan het licht te wandelen. Dat plan werd snel afgevoerd toen mama plots zag dat het licht dichter bij hen kwam, in plaats van dat zij dichter bij het licht kwamen.
Pas toen ze alle drie door hadden dat iets of iemand naar hen toe liep, draaiden ze zich om terug naar buiten te lopen maar vlak voor hun neus viel, met een oorverdovend lawaai een ijzeren hek naar beneden.
Ze konden geen kant meer uit.
Bang kropen Vita en zijn ouders tegen de rotswand. Het licht kwam dichter en bleef enkele meters voor hen staan. Vita zag een zware snor die onder de neus groeide van een reusachtige man. Jullie zijn indringers in mijn grot, riep de man.Niemand heeft hier ooit één voet binnen gezet en zij die hier toch binnen kwamen, kunnen dan nu niet meer navertellen. Hahaha!
De man blinddoekte hen en nam ze mee in zijn robotauto. Even later werden ze de auto uit gesleurd en werden de blinddoeken weggenomen. Wat Vita toen zag, deed zijn bloed sneller stromen. Ze stonden voor een huis met allemaal doodshoofden op. De man pakte daarna een soort van afstandsbediening en drukte op allerlei knopjes.
Naast het huis kwam een dodelijke doodshoofdrobot in de richting van Vita.
De man zei: als jullie je vrijheid terug willen, zal je mijn robot moeten verslaan. Versla hem en je verslaat mij!
Toen ontstond een gevecht waarin al snel bleek dat Vita het nooit zou halen tegen de doodshoofdrobot. Het was een oneerlijke strijd. De robot was sneller en onoverwinnelijk.
Vita verloor er de moed bij. Hij voelde bijna geen kracht meer. Net op het moment dat hij zich gewonnen wou geven zag hij een hele groep zandmannetjes ter hulp komen.
Ze stortten zich op de robot die al snel tegen de grond ging. Eerst kwam er wat rook uit de robot, dan wat rare sissende geluiden en een seconde later spatte zijn doodshoofd uit elkaar. Iedereen juichte. De man was ondertussen verdwenen.
Later op de dag hoorde Vita dat deze zandmannetjes lang geleden in de buurt van het zandbos met de klas op uitstap waren. Toen ze picknickten aan de rand van de vijver, werden ze overvallen en gevangengenomen door een vreemde man. Jaren hadden ze gevangen gezeten in de kelders van zijn griezelige woning tot ze op een goede dag wisten te ontsnappen.
Samen hadden ze beslist om in de buurt van het huis van de man te blijven wonen.
Toen ze nog gevangen zaten hadden ze ontdekt dat de man vaak mensen meebracht naar zijn huis om tegen zijn robotten te vechten. Samen wilden ze de mensen daartegen beschermen.
Net zoals vandaag.
100-meter lange sjaal
De reportage van ROB vind je hier.
Leesblad eerste leerjaar aai/ooi/oei
Zie bijlage.
Breien van Leuven naar Pakistan.
Naar Museum M
10 miljoen euro!
Ik won vandaag tien miljoen euro. Papa juichte van geluk. Met die tien miljoen euro zou ik op mijn verjaardag een quad kopen. Een week later was het zo ver, ik kreeg mijn quad en ik racete er mee. Mijn pap wou het zelf ook eens proberen en hij vond het zo leuk hij zelf een quad kocht. Meestal racete ik samen met mijn paps maar soms ging ik ook wel eens alleen. Het was op een dag dat ik alleen racete dat ik van mijn quad viel en ik naar het ziekenhuis moest. Ondertussen was mijn quad ook kapot. Ik moest naar het ziekenhuis en was pas na een maand weer genezen. Ik moest ondertussen een nieuwe quad kopen maar ik had niet genoeg geld.
Het was avond . Ik zette de tv aan en ik hoorde iets over een wedstrijd. Diegene met de mooiste hond zou een prijs winnen. Gelukkig had ik nog net genoeg geld om een hond te kopen. Ik kamde hem mooi. Daarna kocht ik opgedroogde koeienvlaai, zwarte lippenstift en pilletjes tegen de kattenziekte, een siroopje tegen oog-uitval en haaruitval en pilletjes om geen puppy’s te kunnen krijgen en ik kapte alles bij mekaar. Ik gaf mijn hond de hele pot . Het eerste wat er gebeurde was dat zijn ogen uitvielen en dan ook zijn haar. Ik dacht dat ik zo zeker niet zou winnen maar de volgende dag won ik de wedstrijd. Ik vond het maar raar. En weet je wat ik won? Een nieuwe quad!
Mauro
Leesblad eerste leerjaar
Zie in de boekentas of in bijlage.
MAS
Ruim op voorhand maar misschien leuk als je nog wat overuren hebt staan:
Op maandag 16 mei trekken we naar het Museum aan de Stroom in Antwerpen en krijgen we er een rondleiding door (gastcurator) Ann (Wolf). Wie kan rijden? (Vertrek rond 09.00u in de Appeltuin).
Leesblad 1ste oe-ie-eu
Morgen in de boekentas!